Akwaabo,
Mijn excuses al voor de lengte van dit blogbericht. Maar het is volgens
mij nog wat langer dan de vorige. Ik heb dan ook van 3 weken verslag uit te
brengen… In ieder geval: veel leesplezier!
Vrijdag
1 – zondag 3 maart 2013 * Relax, take it easy
Na een trotrotocht van 3u van mijn dorpje Ayensuako naar Accra, met
enkele overstappen, kwam ik aan bij Labadi Beach waar Pauline, Anne en Iris (3
Nederlandse meisjes) waren. Zon, zee, strand, de perfecte start van een relaxt
luxeweekendje. Labadi Beach is zeker een toeristische trekpleister aan het
worden, de hotels rijzen er meer en meer uit de grond, om de 5 minuten staan ze
naast je om iets te verkopen. Zo kreeg ik ook een gepersonaliseerd reggealiedje
van 3 muzikanten. Uiteindelijk wouden ze geld, maar het trucje van “ik heb nu
geen geld bij” werkte… (Ook al was het leuk zo’n gepersonaliseerd liedje, ik
ben maar een arm studentje hé, kan niet aan alles en iedereen geld geven.)
Tegen de avond trokken we richting Osu, de wijk in Accra waar vele
restaurantjes e.d. zijn. Eerst zijn we naar het Italiaanse ijssalon gegaan waar
Pauline en ik vorige keer een heerlijk ijsje hadden gegeten. Na een taalfoutje
in het Engels van Iris (“2 balls please”), de bijhorende lachbui en een heerlijk
ijsje later zijn we op zoek gegaan naar een slaapplek. In de Bradt-guide hebben
we enkele hostels/hotels gezocht die redelijk van prijs waren, hen opgebeld en
uiteindelijk kwamen we terecht bij Blue Royal Hotel. Pure luxe voor ons: een
grote kamer, badkamer met bad, super kingsize bed, airco… Na een verkwikkende
douche moesten we onze maagjes nog vullen (een ijsje alleen is natuurlijk niet
genoeg) en kwamen we terecht bij ‘El Paso’, een Mexicaans restaurant. Een
alcoholvrije mojito en een bordje nacho’s als starter, niet slecht. We hadden
daarmee allemaal al bijna genoeg, maar er kwam nog een hoofdgerecht aan:
fajitas met scampi’s. Veel te veel, maar het heeft daarom absoluut niet minder
gesmaakt. Het was al tegen 23u30 als we het restaurant verlieten en in ons
bedje kropen. Het zou niet zo’n lange nacht worden, want tegen 6u30 gingen we
onze wekker zetten om richting Xavi te vertrekken.
De volgende ochtend, een ontbijtje met cornflakes en pannenkoeken,
nadien richting een trotrostation om gedurende 3,5u in de trotro te zitten
richting Akatsi. Daar zouden we dan een taxi nemen richting Xavi. We waren nog
maar een half uurtje onderweg, of Iris kreeg een schitterend idee (bleek
later). Toen zij en Anne richting Ghana kwamen, hadden ze een andere Nederlander
ontmoet, Jappe, die hier werkt (8 weken hier, 3 weken thuis, 8 weken hier,…). Hij
werkt hier in de haven, heeft een chauffeur,… (Leeft hier eigenlijk in luxe.) Hij
had zijn nummer aan Iris en Anne doorgegeven voor moesten ze eens in Accra zijn
en iets leuks willen weten om te eten/drinken. Het eerste plan was dus de hele
dag met de trotro te doen, het plan van Iris was om de heenrit met de trotro te
gaan en dan aan Jappe te vragen of zijn chauffeur ons ’s avonds wou komen
halen. Uiteindelijk zijn de uit de trotro gestapt en kwam Jappe niet veel later
aangereden in een geblindeerde Mercedesjeep met airco. Een uitstapje met
privéchauffeur dus… Een hele lange rit, maar met airco, mooi landschap, zelfs
Milk Inc als muziek en langs de kant een gekantelde trotro kwamen we via een
stoffig zandwegje aan in Xavi. Natuurlijk moest het lukken dat het EcoTourism
Center gesloten was. Maar na een telefoontje stond er snel een gids. Hij wou
eerst dat we te voet gingen richting de rivier voor de kanotocht, maar Jappe
wou zijn auto daar zo niet laten staan. Gelukkig deden we dat niet, want het
was toch een eindje lopen in die hitte. Toen de gids de kano in het water
duwde, sijpelde er langs verschillende kanten al snel water binnen. Ze vonden
dat duidelijk geen probleem, “lijmde” de spleetjes gewoon dicht met modder/klei
en zeiden dat we (met 3) konden instappen. Binnen de kortste keren stonden mijn
voeten onder water en zat ik met een klein potje de hele rit water uit de boot
te scheppen. Ondanks het water-insijpel-probleem heb ik toch genoten van de
omgeving, de rustgevende natuur. Ondanks dat het toch een mooi kanotochtje was,
vonden we allemaal dat Xavi niet de moeite waard was om zo ver te rijden, geen
aanrader dus.
Nadien begonnen we aan onze terugtocht. Net zoals bij het heen gaan
moesten we politiecontroles passeren. Corrupte mensen, bij het opgaan hadden we
één van de agenten 10 cedi onder de neus geschoven zodat we zonder probleem
konden doorrijden. In het terugkomen moesten we opnieuw aan kant. Deze keer
moest Jappe de autopapieren afgeven en uitstappen. Een heel gedoe: ze beweerden
dat de autopapieren niet in orde waren en wouden ons niet laten verder rijden.
Omkopen is dan het ding om verder te mogen, maar het was geen makkelijk
manneke, met 50 cedi was hij niet tevreden. Hij zei zelf eerst iets van 600
cedi en rechtbank, uiteindelijk heeft hij 100 cedi aangenomen (veel te veel,
maar ja), kon dan plots lachen en liet ons doorrijden.
Na zo’n hele dag in de auto en een kanotochtje in de hitte, zagen we
het wel zitten om nog ergens een verfrissende duik te gaan nemen. Jappe wist
een hotel met zwembad zijn in het havengebied, waar we eerst iets gedronken
hebben, dan een plonsje gedaan en iets gegeten. Het voelde precies of we zaten
op vakantie: eten in een mooi hotel met op de achtergrond de kabbelende golven
van de zee. Toen onze buikjes rond waren gegeten zijn we eerst naar het
gigantische huis gegaan waar Jappe woont (bij een Nederlander en Nigeriaanse
thuis), gewacht tot hij gedoucht was, en nadien door zijn chauffeur naar ons
hotel gebracht waar wij het zweet en vuil van ons hebben afgespoeld. Jappe en
zijn chauffeur hebben buiten op ons gewacht, want we gingen nog een stapje in
het Ghanese uitgangsleven zetten: de club FireFly. Niet ver van ons hotel, een
plek waar vooral niet-Afrikanen die in Ghana werken vertoeven. Een hele leuke
avond gehad tot in de vroege uurtjes, en nadien terug door Jappe’s chauffeur
aan ons hotel afgezet (die man heeft ocharme de hele nacht in zijn auto
gewacht).
Een paar uurtjes slapen, skypen met het thuisfront (wat de batterijen
weer wat extra heeft opgeladen), een laatste goede douche en we moesten uit
onze kamer. Ondanks dat het al na 13u was, moesten we nog ontbijten. De vorige
avond hadden Pauline en ik een bakkerij gezien niet ver van FireFly. Daar, een
Délifrance, zijn we dan gaan ontbijten: lekker Westers ontbijtje! Voor we terug
naar onze gastgezinnen gingen, zijn we nog naar de Shopping Mall gegaan want we
wouden nog wat boodschappen doen. Na de boodschappen was de trotrotocht richting
het trotrostation (voor een gepaste trotro richting Kasoa) een avontuur: we
hoorden iets vallen, reden plots een straat in die we niet moesten inrijden en
iedereen moest uitstappen. Blijkbaar was de rem van het onderstel gevallen! De
“mate” (de man die het geld ontvangt in de trotro) is het stuk nog van straat
gaan halen… De chauffeur was ondertussen een andere trotro aan het regelen
zodat iedereen toch op zijn bestemming kon geraken. Niet veel later zaten we in
een andere trotro richting Kasoa. Tegen we daar waren begon de zon al
stilletjes aan weg te gaan, en ik moest nog een uurtje richting Ayensuako. Het
duurde dan ook nog even voor er een geschikte trotro was (gelukkig was er een
jongen die ook mijn richting uit moest en mij vergezelde in de zoektocht naar
de juiste trotro). Na 19u ben ik dan in de pikkedonkere “thuis” gekomen. Ik
werd opnieuw door iedereen met open armen en een brede lach op het gezicht
ontvangen, de mensen in het dorp hadden blijkbaar het hele weekend gevraagd
waar ik was, ze dachten dat ik terug naar België was.
Ik had er een geweldig weekend opzitten, maar Alice van het gastgezin
duidelijk niet. Ze zou komende dinsdag en woensdag (5 en 6 maart) naar een
vriend in Cape Coast gaan, maar vrijdag (1 maart) kreeg ze telefoon dat hij
dood was. De man had onderweg naar een begrafenis een auto-ongeluk gehad, de
auto was helemaal uitgebrand en hij en de andere inzittenden zijn verkoold.
Vreselijk nieuws! Daarbovenop kwam dan nog eens dat Alice in de nacht van
vrijdag op zaterdag hevige maagproblemen kreeg, zodat ze zaterdag naar het
ziekenhuis moest. Daar nog problemen gehad met de testresultaten (ze zouden
verdwenen zijn of zoiets). Kortom, zij heeft een heel minder leuk weekend gehad
dan mij…
Maandag
4 – vrijdag 8 maart 2013 * Nieuwe stageweek
Maandag na het ontbijt, tegen 8u, trok ik richting de basisschool, want
ik zou mijn eerste kunsteducatieve sessies geven. Het ochtendritueel op school
vond ik wel tof om te zien. Niet alle leerlingen zijn op tijd op school, maar
het was al interessant om te zien hoe de aanwezige leerlingen per klas in 2
rijen staan (armlengte van elkaar) en gebedjes en liederen zingen. Na een
kledijcontrole van één van de leerkrachten gingen ze per klas, marcherend
richting hun klaslokaal. Mijn eerste sessie emoties/expressie was voor klas 4.
Ik dacht, omdat de leerlingen les krijgen in het Engels, dat ze mij wel gingen
verstaan, maar dat was helemaal niet zo. Ten eerste omdat mijn Engels anders
klinkt dan dat van hen (ze spreken woorden anders uit) en ten tweede omdat veel
toch nog in het Twi wordt uitgelegd tijdens de lessen. De leerkracht heeft
alles dus vertaald, maar denk dat hij ook niet altijd alles begreep, want de
oefeningen waren niet altijd zoals ik ze had uitgelegd. Maar goed, na ongeveer
een uurtje vond ik dat ze goed hadden gewerkt en heb mijn sessie afgerond. Het
was voor de leerlingen opnieuw het moment om te oefenen voor 6 maart
(Independence Day). Na het oefenen van het marcheren kreeg ik de oudsten, klas
6. Deze keer had ik mij in de klas gezet (om zo minder andere kinderen rond ons
te hebben), en dat werkte toch wat beter. Ook deze klas begreep mijn Engels
niet altijd, dus vertaalde de leerkracht weer alles. Deze keer werden de
oefeningen wel uitgelegd zoals ik uitgelegd had. Maar wegens het Engelse niveau
heb ik ter plekke wat moeten wijzigen. Ondanks de taalmoeilijkheden was het
toch wel heel fijn. Heb vaak moeten lachen met hoe de kinderen reageerden, hoe
ze meededen, ook zij hebben vaak gelachen… Het was absoluut niet een heel goede
sessie, in België zou ik hier helemaal niet tevreden mee zijn, maar voor een
eerste keer in Ghana vond ik het toch wel geslaagd, hopelijk de klassen ook. En
ik weet nu ook waar ik volgende keren rekening mee kan houden…
Toen ik in de namiddag door het dorp liep, kwamen er zoals altijd
kindjes naar mij. Soms willen ze mij dan een hand geven, net zoals deze keer.
En één jongetje was echt super schattig: hij gaf mij een hand en dan een kus op
de hand. Ze kunnen mij hier soms toch doen blozen door hun handelingen, zowel kinderen
als volwassenen. Dit jongetje bijvoorbeeld, of vrouwen (en kinderen) die mij
begroeten door door hun knieën te gaan… Die buiging vind ik er persoonlijk
over, ik denk dan altijd “Ik ben de koningin toch niet?!”, maar leg het die
mensen die amper Engels kunnen eens uit dat ik niet meer ben dan hun.
Maandagavond kroop ik moe maar voldaan in m’n bed. Tegen 1u30 werd ik
wakker door de regen. Eerst begon het stilletjes, dan harder, met natuurlijk
tot gevolg dat het opnieuw binnen regende in m’n kamer. Alle spullen dan maar
in het midden van de nacht zitten verplaatsen van de kamer waar m’n bed staat
naar mijn “ontspanningskamer met zeteltjes en tafeltje”. De regenbuien die al
geweest waren, waren meestal van korte duur, niet langer dan een drie kwartier.
Maar deze keer was het wat anders, tot ongeveer 4u ben ik wakker gehouden door
het geknetter op m’n golfplaten dakje… Met een slaapkop begon ik dan ook aan
een nieuwe dag, dinsdag, nieuwe sessies in de lagere school. Deze sessies
verliepen een klein beetje anders, meer met handen en voeten, want er was geen
leerkracht in de buurt om te vertalen. Maar ik heb zowel klas 3 als klas 5 een
drietal kwartier kunnen bezighouden. Er werd opnieuw veel gelachen, dus ik was
wel tevreden. Klas 5 heeft mij ook “Azonto” leren dansen… Een liedje dat hier
blijkbaar heel in trek is, en iedere keer het op de radio was of ik in de
basisschool was zeiden ze dat ik moest dansen. Mijn excuus van “ik kan niet
dansen zoals jullie” kon dus niet blijven werken. Natuurlijk werd er gretig
gelachen als ik mij aan het dansje waagde, maar achteraf heb ik toch een
applaus gekregen. Het zijn allemaal zo’n schatten!
6th of March, Independence Day! Ik wist absoluut niet wat ik er van
moest verwachten, maar het leek in ieder geval een grote dag te worden voor de
mensen hier. De kinderen waren tenslotte al zeker een week aan het oefenen op
het marcheren. Ik wist ook niet wat er ging gebeuren buiten “marcheren”. ’s
Ochtends, na m’n ontbijt, ging ik naar de basisschool. Eerst werd het
ochtendritueel gedaan: school schoonmaken (vegen, papiertjes wegdoen,…), nadien
het gebed/liedjes. En uiteindelijk werd er nog een laatste, generale repetitie
gehouden met de 25 à 30 uitverkoren leerlingen die mochten marcheren. Rond 9u
werd de tocht ingezet. Het hele gebeuren vond plaats op het grasveld van de
middelbare school, dus moest eerst nog naar daar gegaan worden. Niet “hup,
rechtstreeks naar daar”, maar wel marcherend met veel muziek en eerst het dorp
eens doorgaan zodat iedereen het gezien heeft. Ook de andere scholen
(middelbare school, andere basisschool,…) kwamen door het dorp gemarcheerd. Zo
was het ook onmiddellijk een teken voor het dorp dat het van start ging gaan.
Als de hele stoet op locatie was kon het pas echt beginnen. Eén voor één liepen
de marcherende scholen voorbij het publiek. Dat bestond uit de dorpsbewoners,
leerkrachten, andere schoolkinderen (die niet meeliepen in de stoet) en enkele
belangrijke mensen: twee belangrijke mensen in het dorp (vermoed ik) waaronder
mijn gastvader Joseph één was en alle directeuren van de aanwezige scholen. Na
het eerste rondje gingen de scholen mooi naast elkaar staan voor een gebed.
Daarna gingen de twee belangrijke op “inspectieronde”. Ze liepen, voorgegaan
door een marcherende leerkracht, rond de scholen en “inspecteerde” hen. De zin
daarvan heb ik niet helemaal door… Daarna was het tijd voor het salueren.
Joseph en de andere man gingen vooraan op een tafeltje staan. Opnieuw school
per school deden ze hun ronde. Elk op hun eigen manier salueerden ze naar de twee
vooraan, die natuurlijk terug salueerden. Wat opmerkelijk was tijdens het
salueren, is dat de toeschouwers geld gaan geven aan de kinderen die ze het
beste, mooiste vonden salueren, of die ze gewoon wouden belonen. Het
belangrijkste was naar mijn mening dan voorbij. De tweede “belangrijke” man
deed nog een te lange speech, en het gebeuren ging verder. Wat de bedoeling van
het laatste deel was heb ik ook niet mee, maar van iedere school gingen er 2-3
leerlingen staan dansen. Het was een soort wedstrijdje: beste dansen en meeste
geld verzamelen dat de toeschouwers opnieuw konden toestoppen. – Even ter
informatie: Ayensuako Junior High School (JHS) (de middelbare school waar ik
ook sessies zal geven) won. – Na de leerlingen was het de beurt aan de
leerkrachten om hun heupen los te gooien en wat te dansen, maar deze hielden
zich liever op de achtergrond en zijn de dansvloer niet opgekomen. Nadien
werden nog allerlei mensen bedankt, waaronder ikzelf ook voor mijn aanwezigheid
in het dorp en mijn hulp aan de scholen. Super vriendelijk… Na de bedankingen
werd Independence Day afgerond door het volkslied dat gezongen werd en die
Ghanese vlag die naar beneden werd gehaald. In grotere steden, zoals Accra
(natuurlijk aan Independence Square), wordt 6 maart veel groter gevierd. Dan
marcheren de politie, het leger,… Jammer dat ik dat niet gezien heb, maar het
had absoluut zijn charme hier in het dorp! (Ik heb echt heel de voormiddag
medelijden gehad met de leerlingen die moesten marcheren. Want ze hebben
constant in de bakkende zon gestaan, en die scheen echt héél hard.)
Een nationale feestdag gisteren, een extra dagje vrijaf vandaag voor de
scholen, maar voor mij was het er terug invliegen (en ik was er niet rouwig om,
heb hier al lang genoeg niets gedaan). Donderdag, dus huisbezoeken. Na het
ontbijt was ik terug naar mijn kamer gegaan om op de health workers te wachten.
In die tussentijd wat praktische dingen neergeschreven (wat hier doen ivm
eindwerk, wat vragen aan docenten wanneer ik volgende keer internet heb, wat mogen
de vrienden meebrengen vanuit België wanneer ze mij komen bezoeken,…). Ik vond
wel dat ze lang op zich lieten wachten… Tot ik uiteindelijk telefoon kreeg van
Lydia om te zeggen dat ze op mij aan het wachten waren. Ik natuurlijk
onmiddellijk vertrokken, bleek dat ik op hen mocht wachten… Nu ja, de
huisbezoeken zelf lopen altijd volgens hetzelfde principe: vooral Lydia praat,
heeft mijn plannen ivm de sessie family planning uitgelegd, ik zit erbij en
Linda schrijft een paar dingen op. Ik vind het echt zo stom dat die mensen geen
Engels begrijpen/spreken of andersom, dat ik geen Twi begrijp/spreek. Na mijn
middageten ging ik wat naar m’n kamer, omdat Alice wou rusten. Onderweg kwam
ik, zoals altijd, vriendelijke mensen tegen. En eentje, Noah, een oude leerkracht
van mijn gastvader hier in de basisschool, was een rieten mand aan het weven.
Ik keek gefascineerd toe en werd uitgenodigd om binnenkort het manden weven te
leren. Kijk er al naar uit!
Ook vrijdag was ongeveer volgens hetzelfde patroon als de vorige:
weging en inentingen van de kindjes in een naburig dorpje, deze keer Oshimpu.
De health workers hadden me de dag voordien 8u30-9u gezegd, en natuurlijk was
de altijd stipte Sandra weer mooi op tijd en als eerste. In die tijd was ik nog
vlug even bij de JHS langsgegaan, want ik was vergeten wanneer ik maandag en
dinsdag mijn sessies mag gaan geven. Blijkt dus dat ik een uurtje heb, wat dus
wilt zeggen twee korte sessies zodat ik de vier groepen op de twee dagen kan
zien. Bij de weging en inentingen kon ik de hele tijd weer niet veel doen. Als
één van laatste kwam er een meisje (20 jaar). Lydia had eerst wat met haar
gepraat en begon dan allerlei testjes te doen. Blijkbaar eerst een
zwangerschapstest, die was positief, nadien HIV- en syfilistest, deze waren
gelukkig negatief. Nadien werden haar gegevens in haar zwangerschapsboekje
ingevuld en volgde nog de bloeddruk meten. Zonder enige ervaring mocht ik dat
doen. Het werd me kort uitgelegd op wat ik moest letten. Natuurlijk was ik 3x
verkeerd en heeft Lydia het zelf maar gedaan. Ze hebben me gezegd dat ze het me
vaker gaan laten doen zodat ik dit na een tijd kan… Dus toch nog iets nieuws
geleerd vandaag. Nadat alle moeders en kinderen weg waren hebben we alles
ingepakt, en ging het snel over het verlovingsfeest van nurse Dianne. Zo ging
het over dat ze mij moeten leren Afrikaans dansen, dat ik eindelijk eens fufu
ga proeven, wat als cadeau geven, dat er ’s avonds een vrijgezellenfeestje
was,… Ik kijk al uit naar een Ghanees feest!
Zaterdag
9 – zondag 10 maart 2013 * Regendans op een goed huwelijk
Zaterdag 9 maart 2013 is een speciale dag voor nurse Dianne, haar
verloving werd gevierd met een groot feest, en ik was uitgenodigd! De dag
voordien hadden de health workers mij gezegd dat Richard (een vrijwilliger hier
in het dorp) samen met mij ging gaan naar Swedru waar het feest plaats vond.
Daarbij hadden ze mij ook gezegd dat we tegen 10u gingen vertrekken, want dat
het om 12u begon en je daar toch wel wat op voorhand moest zijn zodat alle
gasten aanwezig waren als het koppel aankwam. ’s Ochtends toen ik me wou wassen
had ik een akelige ontmoeting met 2 vleermuizen in de badkamer. Brr… Gelukkig
was Sister Hannah in de buurt en heeft zij de twee ongewenste vrienden
weggejaagd. Na dat en het ontbijt stond ik natuurlijk klaar om 10u om te
vertrekken, maar nog niemand te zien… Dan kwam er iemand zeggen dat we om 10u30
gingen vertrekken. Goed, een half uurtje wachten is zo om… Dat half uurtje werd
natuurlijk een uur. Ik schat dat we uiteindelijk rond 11u15 zijn vertrokken. Ik
dacht dat we een rechtstreekse trotro hadden tot Swedru, maar in Nkwanta
moesten we overstappen. De trotro’s naar Swedru bleken goed vol te zitten, want
we hebben er eerst enkele moeten laten voorbij rijden eer we een hadden. Eens
we terug onderweg waren duurde het niet lang vooraleer we terug aan kant
stonden. De chauffeur was in een diepe put gereden waardoor er blijkbaar iets
met de banden scheelden. Iedereen uitstappen en te voet (wat gelukkig niet ver
was) naar het dichtstbijzijnde station (voor trotro’s en taxi’s). Eens we in
Swedru waren moesten we nog een taxi nemen richting het hotel waar het feest
plaatsvond. We waren goed op tijd, want er waren nog niet veel gasten… Na zeker
een uurtje wachten waren de meeste gasten er en kwam ook het koppel aan. Nurse
Dianne was bijna niet te herkennen met haar make-up, maar ze zag er wel mooi
uit. Er was een live band aanwezig, ook de gasten zongen een paar liedjes, er
werd natuurlijk gebeden, een presentator riep sommige mensen naar voor om iets
te zeggen (natuurlijk moest obruni, ik dus, ook naar voor!), er werd veel
alcohol gedronken door de Ghanezen (verschillende dranken werden bij elkaar
gegoten en zo ontstond een nieuw drankje) en er werd uiteraard gedanst en veel
gegeten (ze maken zelf ruzie wanneer ze aanschuiven voor het eten, wie er eerst
stond enz., zo belangrijk is dat voor hen). Toen het koppel arriveerde kwamen
de donkere regenwolken ook al aandraven in de verte, het duurde dus niet lang
vooraleer het hevig begon te regenen. De regen verpeste het feest helemaal niet
voor alle genodigden, want ze dansten gretig verder in de regen. Ook ik moest
uiteindelijk mee op de dansvloer, in de regen. Binnen de kortste keren was ik
doorweekt… De hele namiddag heb ik uiteindelijk bij Lydia en Linda en andere
vrouwen gezeten, en arme Richard heeft heel het feest ergens apart gezeten.
Toen ik even naar het toilet ging kwam hij vragen of we doorgingen. De arme
stakker had het kou. Ik vond het absoluut niet erg, want wou graag droge kleren
aantrekken. Onderweg begon ik het ook kou te krijgen, wat wil je dan ook:
doorweekt en een trotro met alle raampjes open. Ik was blij dat ik mij kon
wassen en droge kleren kon aantrekken. Het was een speciale belevenis zo’n
verlovingsfeest. Ik zou het eigenlijk in drie woorden kunnen samenvatten:
grootheidswaanzin, eten en alcohol.
Zondagochtend was ik opgestaan met het gedacht om nog eens naar de kerk
te gaan, maar na het ontbijt zei Alice “Ik ben het je gisteren vergeten vragen
of je vandaag naar de mis wou gaan, en nu ben je er niet op voorbereid, dus
blijf je maar thuis”. Eerlijk gezegd vond ik het niet zo heel erg… Ben wel al
benieuwd naar volgende week zondag, want dan gaan we naar de “Assemblies of God
Church”, en op een ander moment gaan we ook eens naar de “Pentecostal Church”.
Ze had van Adjeman namelijk gehoord dat het tof zou zijn voor mij om de
verschillende kerken eens te bezoeken… Voor mij moest dat hier nu niet persé in
het dorp, ik ging dat anders wel eens doen tijdens mijn rondreizen door het
land, maar het is natuurlijk wel leuk om te weten in welke kerken de mensen
hier in het dorp gaan… In de namiddag ging ik met mijn gastvader op
familiebezoek bij zijn zus, in het dorpje waar ik met Mama en Alice was geweest
voor de begrafenis. We hebben daar uiteindelijk niet lang gezeten. Op de
terugweg keerde Joseph (of Assambleman of Honobo zoals iedereen hem noemt)
ineens om, stopte bij een groepje jongens en riep één van hen tot bij hem.
Blijkbaar moest die jongen een (seksistische) opmerking gemaakt hebben naar mij
toe, en moest hij zich excuseren. Assambleman neemt het echt wel als een goede
huisvader voor mij op… Zo reageerde hij ook redelijk bezorgd toen ik hem zei
dat ik de volgende donderdag en vrijdag richting Kasoa ga bij Linda, één van de
health workers. Hij vroeg onmiddellijk of Adjeman daarvan op de hoogte was.
Toen ik vroeg waarom dat zou moeten zei hij dat hij het niet zo graag heeft dat
iemand mij zo privé uitnodigt, hij zei ook dat moest ik een verlovingsfeest al
eens meegemaakt hebben hij ook liever had gehad dat ik de vorige dag niet was
gegaan. Maar omdat het allemaal nieuwe dingen zijn voor mij, wil hij mij dat
natuurlijk laten ontdekken. Ik heb hem vriendelijk bedankt voor de bezorgdheid,
maar ook gezegd dat ik in België niet altijd thuis zit. Dat we de ene dag daar
zitten, de andere dag ergens anders… Ik heb er echt alle respect voor hoe zij
hier leven en probeer mij zo goed mogelijk aan te passen (en denk dat ze
daarvan niet kunnen klagen), maar ergens vind ik ook dat ze zich een beetje
moeten aanpassen aan hoe ik ben.
Maandag
11 – vrijdag 15 maart 2013 * De tijd vliegt
Deze week, maandag en dinsdag, was het aan de Junior High School
(middelbare school) dat ik activiteiten ging geven. Jammer genoeg kon dat enkel
van 13u tot 14u. Nooit genoeg tijd om de 3 klassen, 4 groepen te zien.
Maandagochtend maar mijn wekelijks handwasje gedaan. Ik kijk er toch
echt naar uit om mijn kleren eens goed te wassen in het wasmachine. Echt heel
proper krijg ik alles niet. En ik doe er super lang over om alles te wassen. In
de tijd dat ik mijn kleren van een week heb gewassen, hebben de vrouwen/meisjes
hier al 5x die hoeveelheid gewassen. Maar ik had toch tijd tot 13u, dus moest
mij niet haasten.
Assambleman is aan de rand van het dorp een huis aan het bouwen, en nu
ze uit hun “huurhuis” moeten, wordt er wat meer vaart achter gezet. Iedere
middag wordt daar dan ook eten gebracht naar de werkmannen en eten we allemaal
daar. Eigenlijk wel leuk om iedere dag de vorderingen te zien. En ik vind dat
ze echt wel goed doorwerken in die hitte, zeker omdat ze maar met 2 zijn die de
stenen echt zetten (de anderen zijn eigenlijk de hulpjes en loopjongens).
Na de middag ben ik dan voor een uurtje naar JHS gegaan. De directie en
leerkrachten waren aan een teamvergadering bezig, dus ik moest even wachten tot
ik kon starten. Wat dus wou zeggen, nog minder tijd dan het kleine uurtje dat
ik had. Uiteindelijk ben ik tegen 13u20 van start gegaan: werken met emoties,
beetje acteren. Deze leerlingen van groep 4 begrepen mijn Engels gelukkig beter,
maar toch hadden ze het soms moeilijk met mijn uitspraak van bepaalde woorden…
Enkele onder hen waren goede acteurs en actrices, anderen waren meer aan het
lachen of durfden niet meedoen. Hopelijk kan ik ze volgende keren meekrijgen.
Dinsdag in de voormiddag stonden er huisbezoeken met de health workers
op het programma in het dorpje “Njame Bentwe”, het dorpje waar we door moeten
wanneer we naar het cassaveveld gaan. Het is al een klein dorpje, en aangezien
het daar ook allemaal farmers zijn was er natuurlijk amper iemand te bespeuren.
Na één familie te hebben aangesproken keerden we dan ook terug. Op de terugweg
vroeg Lydia of we die weg ook stapten wanneer we naar de farm gingen, want ze
vond het toch wel ver. Om even een vergelijking te maken, het is niet verder
dan van aan de HUB tot het Centraal station in Brussel. Absoluut niet ver dus,
maar zij vond van wel. Het middagmaal werd terug op de ‘site’ (bouwwerf)
genuttigd. Daar was ik het uur uit het oog verloren, want ik moest me haasten
om op tijd in de JHS te zijn. Hier speelt tijd natuurlijk niet zo’n belangrijke
rol als bij ons, dus ze zeiden er dan ook helemaal niets over dat ik een paar
minuutjes te laat was. Volgens mij had ik nu groep 5, die waren best met veel
dus werden ze opgesplitst. Enkele onder hen hadden opnieuw niet veel zin of
durf om zich te laten gaan in de opdrachten, anderen wouden wat “opscheppen”
bij obruni, eentje vroeg bijvoorbeeld iedere keer nadat hij iets gedaan had of
het heel goed was. Toen ik in zijn spelletje meeging en zijn prestaties
positief bevestigde ging de hele klas natuurlijk uit z’n dak. Ook wanneer ik
iets voordeed gingen ze enthousiast tekeer. Die paar korte momenten op school
zijn me tot nu toe al veel beter bevallen dan de huisbezoeken. Na de sessies
was ik nog even dag gaan zeggen in de leraarskamer en moest ik even gaan zitten
van onderdirecteur Alex. Hij wou weten hoe het mij bevalt hier in Ghana, wat ik
al gezien heb, wat ik nog wil en ga zien,… Hij zei ook dat hij van de
Voltaregio is waar de watervallen van Wli zijn, de hoogste berg, de “caves”
(soort grotten, slaapplaatsen in rotsen), aapjes,… Dingen die ik allemaal wel
graag wil zien. En die ik nu ga zien dankzij hem, als het weer het toelaat en
ik vrij ben gaat hij me een paar dagen rondleiden in zijn geboortestreek.
Dinsdagochtend had Lydia, health worker, tegen me gezegd dat zij er
woensdag niet zou bijzijn bij de huisbezoeken in Ayensuako, maar dat het Linda
en Richard (de vrijwilliger van in het dorp) zouden zijn. Zij zouden dan ook de
mensen hier in het dorp vertellen over mijn health education rond family
planning die ik donderdag 14 maart zou geven. Zoals altijd zat ik
woensdagochtend op hen te wachten, maar deze keer bleef ik wachten… Niemand
gezien, van niemand iets gehoord, en ik kon hen zelf ook niet bereiken, want ik
had zowel Linda’s als Richard’s nummer niet. Na het middageten ben ik richting
Kasoa getrokken. Ik had dinsdagavond een telefoontje van Pauline gehad met de
vraag of ik mee wou gaan met haar, Iris, Anne en Agyeman naar de King (de big
chief, chief van heel de regio Awutu). Ik was blij om nog eens weg te kunnen en
onder andere mensen te zijn. We waren bij de man thuis uitgenodigd in de
buitenrand van Accra (juist in de rand als je van Kasoa naar Accra rijd), en de
ontmoeting met hem was heel aangenaam. Een zeer sociale, vriendelijke man. Het
ging er misschien ook allemaal iets losser aan toe omdat Agyeman familie is van
hem… De King vertelde dat hij 32-33 jaar in Duitsland had gewoond, hoe hij King
is geworden, hoe hij zich daarbij voelt, wat hij heeft moeten opgeven, hoe het
leven als King eraan toe gaat,… Ver op het einde van ons bezoek werd ons cadeau
(een fles whiskey) voor hem afgegeven en werden enkele foto’s gemaakt. Toen we
buiten waren begon de zon al onder te gaan, ik zou dus weer in de pikkedonkere
thuis zijn. Het duurde een tijdje vooraleer we een trotro konden bemachtigen.
Alle trotro’s die van Accra komen zitten natuurlijk vol en we waren daarbij ook
nog eens met zes. Uiteindelijk toch eentje kunnen vastkrijgen. Toen we bijna in
aan het trotrostation in Kasoa waren zijn we uitgestapt en te voet verder
gegaan, want we stonden meer stil door het drukke verkeer dan verder te rijden.
Aan het station werd weer afscheid genomen van iedereen, behalve Iris ging met
mij de trotro nemen (zij woont net buiten Kasoa richting Swedru, de kant waar
ik uit moet). We hadden enkele mensen gevraagd of de trotro richting Swedru wel
de goede was voor ons, zij bevestigde dit, maar eenmaal hij vertrok, reed de
auto de andere kant uit. Na heel wat gediscussieer van de andere passagiers met
de chauffeur (in ons voordeel) zijn we toch kunnen uitstappen. Dan begon het
wachten… Er stond een rij vol mensen om een trotro te bemachtigen naar waar wij
moesten. Toen er na een kleine 10 minuten eentje aankwam begon ze bijna te
vechten om er als eerste in te zitten. Natuurlijk was er niet genoeg plaats
voor iedereen, ook niet voor ons, en moesten we dus wachten op een volgende.
Die volgende trotro kwam maar niet… Na een 15-20 minuten wachten riep er een
taxichauffeur vanuit zijn raampje mijn naam en vroeg of ik naar het dorp moest.
Ik zei dat ik inderdaad naar daar moest, maar herkende de man echt niet, dus
nadat hij moest verder rijden schonk ik er ook geen aandacht meer aan. Iets
later stond hij ineens naast Iris en mij, en had hij mijn gastvader aan de
telefoon. Een heel heen en weer gepraat, maar de vriendelijke man heeft
uiteindelijk de hele rit van Kasoa naar Ayensuako gedaan, met een tussenstop in
Ofaakor waar Iris woont. Doordat ik mijn gastvader aan de lijn had gehad ben ik
maar meegegaan, maar anders zou ik het hele zaakje niet vertrouwd hebben.
Onderweg had ik wel even mijn bedenkingen, want de weg die hij volgde herkende
ik niet (en dat kwam niet alleen omdat het pikkedonker was), dus even dacht ik
van “Oh, oh, waar gaat die met mij naartoe?”. Maar ik wist wel dat er een
andere weg was van Bawjiase naar het dorp, zonder Nkwanta te moeten passeren.
En inderdaad, het bleek die weg te zijn. Een weg waar je u precies op safari
waant, een stoffige zandweg met grote putten en heuveltjes… Rond 20u15 werd ik
door de vriendelijke chauffeur voor de deur afgezet. Hij had met mijn gastvader
15 cedi afgesproken (wat volgens mij veel onder zijn normale prijs is), maar ik
heb de man wat extra gegeven omdat hij speciaal voor mij die hele rit heeft
gedaan, terwijl dat volgens mij totaal niet op zijn route lag die hij normaal
doet. Tot op vandaag weet ik nog steeds niet wie die man is, misschien ook
omdat het pikkedonker was en ik die Ghanezen dan helemaal niet herken, maar
blijkbaar kent hij Assambleman heel goed en heeft hij daarvoor een
vriendendienstje gedaan. Het heeft nog zo zijn voordelen, obruni zijn, iedereen
kent u…
Donderdagochtend, 8u, was het dan zo ver. Ik was best wel wat
zenuwachtig om de health education over family planning te geven, de inhoud is
tenslotte niet mijn vakgebied. Ik was goed op tijd gegaan zodat ik iedereen kon
ontvangen, maar wat ik ergens gevreesd had werd waarheid: niemand kwam opdagen,
zelf de health workers waren nergens te bespeuren. Rond 9u kreeg ik telefoon
van Linda dat ik naar de ‘cementary shop’ moest gaan, daar zat ze te wachten op
Lydia samen met Richard. Ondertussen had ik ook van Iris een smsje gehad dat ze
samen met Anne en Agyeman toch onderweg waren omdat ze mijn dorp wel eens
wouden zien. Tegen 9u30-10u kwamen ze aan en iets later waren ook Lydia en
nurse Getty er. Ik had de dag voordien tegen Agyeman gezegd dat ik mij bij de
huisbezoeken wat onnuttig voel, en er werd dan ook nog eens met z’n allen
gepraat over mijn opdracht. Ik heb een extra dag voor de scholen (zodat ik alle
klassen in dezelfde week kan zien), en de health workers en Richard moeten mij
introduceren in de verschillende groepen in het dorp. Dat blijken er meer te
zijn dan Assambleman mij in het begin had doorgegeven, en waarvan ik nog altijd
geen enkele heb ontmoet. Nadat dit allemaal nog eens duidelijk werd gemaakt
hebben we een kleine wandeling gemaakt in het dorp, want daarvoor kwamen Anne
en Iris natuurlijk. We gingen eerst naar de Ayensu, de rivier die zelf ik na
meer dan een maand nog niet heb gezien, dan even binnen in Chief’s Palace, en
dan door het dorpje Oshimpu richting JHS. Onderweg zeiden vele goeiedag en
zeiden daarbij mijn naam, Agyeman vond het merkwaardig dat ik hier zo bekend
ben en was aan het grappen dat er een groot billboard van mij moet komen aan
het begin van het dorp. Ik vind het persoonlijk niet zo vreemd dat ze mij
kennen, ik zit hier dag in dag uit, geef op de scholen sessies, ben de enige
blanke in deze kleine dorpjes. Het is logisch dan dat ze mij hier dan kennen,
zeker in vergelijking met een stad als Kasoa. Nadat ze terug richting hun eigen
huisje gingen, moest ik op Alice wachten want zij was ’s ochtends naar de
Eastern Region getrokken om een vriend op te zoeken. Ze ging me bellen wanneer
ze thuis was, maar er kwam maar geen telefoontje… Tegen 16u30, na een
middagdutje, ben ik maar richting het huis op de top getrokken en daar trof ik
enkel Sister Mama en Anita aan. Een klein half uurtje later kwam Alice dan toch
ook aan, en ze bleef zich maar verontschuldigen tegen mij dat het zo lang
duurde. Ik heb haar gezegd dat ze vrij is om te doen en te laten wat ze wil en
aan mij geen verantwoording moet afleggen. Toch vond ze het vervelend dat ze
mij geen middageten had kunnen maken. Ikzelf vond het niet zo erg, heb hier
door de warmte toch nooit honger. Na het eten gingen zij hun zoals altijd
wassen vooraleer ze mij naar mijn kamer escorteerden. Maar anders dan normaal
deed Alice opnieuw haar gewone kleren aan ipv haar slaapkledij. Uiteindelijk
bleek het dat haar vriend van de Voltaregio was aangekomen. Daar werd al de
hele week heel wat over gedaan tussen Sister Mama en Alice, ergens heel
puberaal… Ze zijn gewoon vrienden, maar denk dat ze wel meer willen, en Sister
Mama vind het dan leuk om Alice daarmee te plagen. Voor hem was het dus dat ze
zich had opgekleed. En onderweg naar mijn kamer hielden we dan ook halt, want
hij wou mij ontmoeten. Na een korte kennismaking ben ik gewoon gaan slapen.
Vrijdag is weeg- en inentingdag in één van de dorpjes, ook wel CWC
genoemd. Deze keer was het in ons dorpje, Ayensuako, zelf. Na het ontbijt was
ik wat gaan werken voor school (logboek updaten enz.) en wachtte ik op een
telefoontje van Lydia of Linda als ze er waren voor de weging. Normaal gezien komt
dat altijd rond 9u, maar deze keer niet. Tegen 9u30 had ik nog niets gehoord
dus besloot ik maar zelf eens te gaan kijken naar de plek. Bleek dat ze al
bezig waren… Ik had eerst het gevoel dat ze mij niets had laten weten wegens
het gesprek gisteren met Agyeman, want denk dat ze het gesprek niet zo leuk
vond (Agyeman heeft haar namelijk gezegd wat ze moest doen enz, dat ik geen
health worker ben maar sociaal werker). Donderdag tijdens het gesprek was ook
gezegd dat ik mijn health educatie dan maar tijdens de CWC moest doen.
Uiteindelijk was ik beginnen helpen met de kindjes wegen en zag ik dat Lydia
zelf met health educatie bezig was over family planning, hetgeen ik normaal
ging doen. Ik heb ze maar laten doen, want uiteindelijk weten zij veel meer
over die topics dan ik. Achteraf vroeg ze dan waarom ik mijn educatie niet
gegeven had. Toen ik het haar zei dat zij ermee begonnen was zei ze dat ik
moest overnemen. Wanneer de CWC gedaan was, alles was opgeruimd en de mama’s en
kindjes weg waren, heb ik gezegd dat ik mij niet vertrouwd voel met die thema’s
en dat ik het een beetje dubbel werk vind dat ik mijn beperkte uitleg in het
Engels zou doen (terwijl niemand mij verstaat) en zij het dan eens zouden
vertalen in het Twi. Het is misschien niet echt professioneel van mij, maar ik
hou mij liever dan bezig met de weging en de groep ondertussen wat te
bestuderen en hoe de health workers impact hebben op de mama’s.
Tegen 13u30-14u was de CWC eindelijk gedaan en kon ik gaan eten. Ik had
al een vermoeden dat Alice ging vragen waarom ik zo laat was, en dat was
inderdaad het eerste wat ze zei toen ze me zag. Het was veel te warm weer om te
eten, dus na een kleine lunch trok ik dan ook met m’n fototoestel richting JHS
naar de sportactiviteiten. In de tijd dat ik onderweg was kwamen de regenwolken
al aandrijven. Ik was nog maar net aangekomen of de stormachtige regenbui begon
al. Ik heb dus niets kunnen zien van de wedstrijden en heb enkel maar geschuild
tot de regen gedaan was. Tijdens het schuilen wat foto’s genomen van Anita’s
(mijn Ghanese zus) vriendjes en vriendinnetjes (die wouden dat zo graag) en wat
met enkele leerkrachten gepraat.
Het is me daar ook opgevallen hoe groot het verschil in kennis van
Engels is tussen de leerkrachten van de lagere school en de JHS. Die van de
lagere spreken in het Twi of Fante tegen elkaar en hun Engels is duidelijk
minder, en de leerkrachten van JHS spreken zo goed als altijd in het Engels
tegen elkaar. Dat versterkt mijn gevoel alleen nog maar dat ze in de lagere
school veel dingen in het Twi uitleggen aan de kinderen ipv heel het lesgeven
in het Engels te doen, zoals ze normaal gezien zouden moeten doen.
De hoeveelheid water die er uitviel liet duidelijk merken dat het
regenseizoen begonnen is. Het regenen heeft zo z’n voor- en nadelen. Een
voordeel is dat het dan afkoelt en zalig slapen is dan, niet in een snikhete
kamer. Een groot nadeel is dat het dan binnen regent in m’n kamer, want m’n
golfplaten dakje is niet overal even waterdicht. En als het iedere keer zo
hevig gaat regenen, dan is iedere keer de kamer waar mijn bed staat volledig
nat. Gelukkig niet mijn bed, maar wel eronder aangezien dat de vloer niet
waterpas ligt. Ook is er een nieuw plekje dat nat wordt in de andere kamer, dus
heb mijn spullen weer wat moeten verplaatsen naar drogere oorden. Deze keer
waren gelukkig alleen m’n slippers nat. Ach ja, het regenseizoen hoort er nu
eenmaal bij, en het is ook zo dat het de laatste jaren niet meer alle dagen
regent, dus dat scheelt ook al veel.
Zaterdag 16 – zondag 17 maart
2013 * Weekendje thuis met veel sensatie
Ik had zaterdagochtend echt een gevoel van willen uitslapen toen ik
wakker werd om 5u30. Maar dat gaat hier niet zo goed, en Alice zat toch op mij
te wachten voor het ontbijt. Iets later dan normaal, 7u15, was ik in het huis
op de top om te ontbijten. Ik wist totaal niet wat ik ging doen vandaag, en het
zag er naar uit dat het maar een heel rustig dagje ging worden…
Maar tegen 9u30-10u begonnen Sister Mama en de norse buurvrouw (van wie
ze de kamer huren) tegen elkaar te roepen. Sister Mama stond in de veranda, de
buurvrouw zat voor het huis, op een gegeven moment komt de buurvrouw tot bij
Sister Mama, beginnen ze nog wat luider te roepen en worden de gebaren ook
groter en heviger. Ik zat er maar wat naast, wou er eerst niet te veel aandacht
aan schenken, maar toen ze elkaar letterlijk in de haren vlogen en naar de keel
grepen ben ik toch maar rechtgestaan en heb ze proberen stoppen. Ondertussen
waren er een zevental andere buren bijgekomen en hebben de twee uit elkaar
kunnen trekken. Het geroep en gescheld ging nog een tijdje door, en de plukken
haar lagen op de grond als resultaat van het gevecht. Wij hebben uiteindelijk
de deur van de kamer gesloten en zijn allemaal bij Assambleman’s vader gaan
zitten. Assambleman is wat later samen met Sister Mama naar de politie gegaan
om aangifte te doen. Tijdens hun afwezigheid vroeg Alice me of ik de reden wist
van het hele gebeuren. Ik had er zelf niet naar durven vragen, maar vond het
toch wel “leuk” om te weten, dus liet het mij vertellen. Anita was afgelopen
maandag vroeger van school gegaan met maagklachten en is dan met Assambleman
naar het ziekenhuis gegaan in Bawjiase. Blijkbaar moet een leerkracht tegen
Dimama, de dochter van de buurvrouw, gezegd hebben dat zij de reden is van
Anita’s ziek zijn en Anita’s maagklachten. (Waarom zeg je toch zoiets als
leerkracht vroeg ik mij onmiddellijk af!) Maar daarvoor was de buurvrouw dus
beginnen roepen en wat later ook beginnen vechten met Sister Mama. Volgens mij
was dat gewoon de druppel bij beide partijen, de echte oorzaak ligt naar mijn
mening bij het feit dat de buurvrouw mijn gastgezin gewoon niet kan uitstaan en
hen zo snel mogelijk uit het huis wilt. Het was uiteindelijk al tegen 13u als
we terug naar het huis keerden zodat Alice aan het eten kon beginnen. Wat later
kwamen ook Assambleman en Sister Mama terug in het gezelschap van de politie.
Deze wouden natuurlijk ook het verhaal van de buurvrouw horen en duidelijke
afspraken maken. Blijkbaar heeft de buurvrouw de waarheid wat zitten verdraaien
in haar verklaring tegen de politie, want ze heeft zitten zeggen dat Sister
Mama naar haar was gegaan, maar dat was dus omgekeerd, zij was diegene dat naar
Sister Mama is gegaan. De hele dag draaide dus om het vrouwengevecht in de ochtend,
en de sfeer was er dan ook naar… Ik probeer me in heel de zaak niet te
bemoeien, maar denk er in mezelf natuurlijk wel het mijne van. (Zo ben ik hé!
Mij vaak op de achtergrond houden maar toch mijn mening hebben!)
Zondagochtend was een dag van andere sensatie. Vandaag zou ik met Alice
naar een andere kerk gaan: Assamblies of God Church. De dag voordien had ze mij
gezegd dat we tegen 7u zouden gaan. In principe beginnen ze om 5u30 tot 9u-10u,
maar dat vond ze zelf wat te lang. Mijn wekker werd dus iets vroeger gezet. Ik
was eigenlijk wel benieuwd of het een wat actievere misviering ging zijn dan
diegene die ik in de Catholic Church heb meegedaan. En ik was er nog maar net
en zag dat dat inderdaad het geval was. Ik vind het moeilijk te omschrijven hoe
het was, maar het ging er heel plezierig aan toe, er werd gedanst, gepreekt in
een microfoon, héél veel gezongen, live muziek gespeeld op een drum, keyboard
en percussie én immens veel “Amen” en “Halleluja” geroepen. Natuurlijk werd ik
weer hartelijk welkom geheten, moest ik mezelf in de microfoon voorstellen en
werd ik uitgenodigd om iedere week langs te komen. Het leek uiteindelijk echt
niet dat we daar twee uur hebben binnen gezeten. Volgens mij zouden ze in
België meer volk naar de kerk kunnen halen wanneer ze op deze manier de
misviering verzorgen…
Nadien werd er voor de verandering nog eens gerust en naar een film
gekeken. Gelukkig was het deze keer geen Ghanese, want die vind ik op niet veel
trekken, maar eentje die zich in Londen afspeelt. Na de film, ongeveer middag,
vond ik het wel welletjes geweest om binnen te zitten en ben mij alleen in de
veranda gaan zetten. Daar was het tenminste wat koeler dan binnen.
Stiekem ben ik blij dat ik volgende weekends niet in het dorp zal zijn
(volgend weekend naar Accra om het visum te verlengen en de 2 weekends nadien
zijn de vrienden hier), want hier is niet veel te doen. Iedereen rust zoveel…
Ik word er alleen maar moe van ipv uitgerust. En natuurlijk kijk ik super hard
uit naar de komst van Nicky, Lien, Gil & Bart. Het zal de batterijen wat
extra opladen voor de tweede helft van de stage… Niet dat die plat zijn, want
buiten die mindere dag in de eerste week hier in het dorp, heb ik nog geen
mindere dag gehad. Natuurlijk mis ik iedereen wel van het thuisfront, maar dat
is normaal, buiten dat gezonde gemis geniet ik van iedere moment en vermaak ik
mij hier best! Zeker omdat ik gehoord heb dat het in België zo lang koud is
geweest en zoveel heeft gesneeuwd, geniet ik hier extra van het zonnetje en de
tropische temperaturen.
En even een gezondheidsdetail: ik ben tot nu toe ook nog niet ziek
geweest (hout vasthouden en niet te luid roepen!). “Halleluja”, “Amen”, zoals
ze in de Assamblies of God Church zouden zeggen! Toen we laatst in Accra zaten
en Marly tegenkwamen zei ze dat het in het Noorden wel een ander verhaal was,
en vele vrijwilligers daar echt ziek zijn geweest, dat hun eten langs alle
kanten eruit loopt.
Maandag 18 – donderdag 21
maart 2013 * Korte stageweek
Nieuwe week, nieuwe kunsteducatieve sessies, opnieuw aan lagere school.
Ik had vorige keer de jongsten niet gehad, dus klas 1 was dan ook mijn eerste
groep. Het werd me snel duidelijk dat ze helemaal geen Engels begrepen, dus dan
maar overschakelen op een B-plan: tekenen. Ik wou ook met hen iets met “acteren”
doen, maar aangezien ze mij niet begrepen toen ik iets zei over emoties, dan
ben ik overgeschakeld op dieren. Die kon ik toch iets of wat tekenen. Tot mijn
verbazing waren mijn leeuw, giraf en olifant goed gelukt. En heb ik ze een 45
minuten kunnen bezighouden met verschillende opdrachtjes om allerlei dieren na
te doen… Het lesuur was om, dus ging ik wachten op de volgende klas bij de
andere leerkrachten. De leerlingen hadden namelijk een eerste “break”. Die
bleef maar duren en er zou ook geen volgende les komen, want de directeur zei
me dat het lerarenteam een vergadering had in Bawjiase. Conclusie: school zo
plots gedaan om 10u. Dat was dus een hele korte stagedag.
Na het middageten ben ik met Alice wat spullen gaan terughalen in een
ander dorp, Mayenda (wat trouwens “let’s sleep” betekend). Het was een eindje
stappen in die hitte, maar ik vond het niet erg, zo zaten we tenminste niet
heel te tijd binnen op ons luie kont. Nadien dachten ze natuurlijk weer
allemaal dat ik super moe was en moest rusten, maar ik was juist blij om eens
weg geweest te zijn na zo’n weekendje in het dorp zitten.
Ze zijn hier in het dorp echt allemaal gastvrij. Zo heeft er iemand
speciaal voor mij twee grote champignons komen brengen. Is het nu net toch
datgene wat ik niet lust zeker. Heb het hen onmiddellijk gezegd dat ik dat
normaal gezien niet lust, maar dat ik het wel wou proeven (je weet nooit hoe ze
het hier klaarmaken en ik het ineens wel lust). Helaas, het heeft mij niet
kunnen bekoren, zoals ik wel gedacht had…
Alice en Sister Mama waren dinsdag vroeg naar de farm vertrokken,
voordat de zon te hard scheen, om te wieden. Tegen 7u werd mijn ontbijt op m’n
kamer gebracht door Anita, wat een luxe. Als de lagere school bijna ging
beginnen ben ik naar daar gegaan. Onderweg zag ik veel meer kinderen dan
normaal in hun gewone kleren, dat was dus geen goed teken. Aan de school
aangekomen was er niet veel beweging: een paar kinderen die aan het voetballen
waren, alle klasdeuren gesloten en maar één leerkracht: geen school wegens
“strike”! Blijkbaar was dit maandag ook al, en hebben ze dus niet vergaderd.
“Strike” wil zeggen dat de leerkrachten staken. De reden van het hele staken is
dat de leerkrachten niet genoeg betaald krijgen. Nu ja, het is niet dat de
leerkrachten het staken erg vonden, want ik vind dat ze vaak met tegenzin in de
school rondlopen en voor de klas staan. Dus dat kwam hen goed uit…
Toen ik van school naar mijn kamer ging om wat te werken, kwam ik nurse
Getty tegen. Zij wou eerst in de basisschool inentingen geven aan de meisjes
tegen baarmoederhalskanker, maar dat kon dan niet door de “strike”. Ze was nu aan het wachten op de auto met de
andere nurses om naar andere scholen te gaan. Dat was een mooie kans voor mij
om mee te gaan, zo zag ik nog eens een andere plek, en zat ik niet gewoon te
niksen in het dorp… We reden langs kleine veldwegjes naar een dorpje ver
afgelegen, een echt typisch dorpje waar ze geen elektriciteit hebben. Gelukkig
reden we met een grote pick-up, want anders denk ik dat we de putten, stenen en
rivieroversteken niet heelhuids hadden doorgekomen. Natuurlijk werd ik in het
dorpje aangekeken alsof ik weet niet wie was, die “obruni” hadden ze nog niet
gezien. Maar de chauffeur trad op als mijn bodyguard, zelf in mijn dorp willen
de kinderen mij aanraken, maar in dat schooltje liet de chauffeur dat niet toe.
Ze kregen onmiddellijk een opmerking en werden weggestuurd. De inentingen waren
snel gegeven aan de meisjes. Ik vond wel dat ze allemaal nogal heel fel
overdreven, het leek alsof ze allemaal super veel pijn hadden (zelf nog voor de
naald in de buurt van hun arm was geweest!). Ondanks dat het uitje maar een
kleine 2 uur heeft geduurd, was ik toch wel heel blij om eens iets anders te
zien en te doen, want na zo’n 2-3 weken in het dorpje zitten had ik wel nood
aan verandering.
Woensdag was weer een nieuwe dag, normaal zou ik dus een extra dagje in
de school gaan, maar aangezien daar nog steeds lustig verder gestaakt werd, was
ik blij toen de health workers aan mijn deur kwamen. Toch nog iets te doen:
huisbezoeken in het eigen dorp. Eerlijk gezegd waren deze leuker dan in de
andere dorpen, want hier kent iedereen mij natuurlijk al en ontvangen ze mij
echt met een super big smile op hun gezicht. Echt leuk! Lydia en Linda hadden
er duidelijk niet veel zin in, want na 4-5 gezinnen zeiden ze dat ze moe waren
en naar huis gingen. Kortom, weer niet veel meer gedaan. Geef mij dan toch maar
het opgejaagd werken zoals we gewoon zijn in België, al dat gerust hier is niet
aan mij besteed. (Allé, misschien wel voor even, maar niet voor een paar
maand.) In de namiddag, toen Sister Mama en Alice terug waren van de farm,
vroeg Anita (m’n zus hier) of ik mee wou gaan met haar naar een ander dorp.
Alice vond dat niet zo’n goed idee omdat de zon veel te hard scheen, maar daar
heb ik mij mooi even tegen verzet. Het maalmachine in ons dorp was stuk, dus
moesten we naar een ander dorp met onze mais. In dat dorp (wat 3 dorpen verder
lag) moesten we ook weer wachten, de man die de machine bediend was er niet.
Toen hij even later gearriveerd was, was de elektriciteit uitgevallen, dus nog
wachten. Uiteindelijk hebben we zeker een uur gewoon gezeten en gewacht (eerst
op de man, dan op de elektriciteit). Ik had eigenlijk al lang een telefoontje
van Alice verwacht waar we bleven, maar niets… Wanneer we thuis waren, denk ik
wel dat Anita wat onder haar voeten had gekregen, maar tegen mij hebben ze
natuurlijk niets gezegd.
Donderdag na het ontbijt onmiddellijk mijn handwasje gedaan want ik wou
natuurlijk op tijd klaar zijn als de health workers er waren. Na het wassen, naar
mijn kamer gegaan om hen op te wachten… Maar er kwam niemand. Geen health
workers gezien. Ook mijn zus Anita liep wat niets te doen doordat ze natuurlijk
geen school had. In de namiddag wou ze alle foto’s nog eens bekijken op mijn
computer. Dus was ik met haar naar mijn kamer gegaan om te foto’s te tonen.
Grappig dat ze denken dat ik de foto’s onmiddellijk kan printen. Maar jammer
genoeg moeten ze daar even voor wachten.
Afgelopen week was dus een zeer rustige week. Ik hoop dat komende week
wat actiever wordt, want al het rusten en af en toe werken ben ik soms een
beetje beu. Ik wil actie, actie, actie!
Mijn verslag van het weekend krijgen jullie weer met een volgende blog,
want ik denk dat jullie nu al meer dan genoeg te lezen hebben. Nog eens sorry
daarvoor!!!
Tot snel (volgende week)!
Groetjes,
Sandra. x