Akwaabo,
Deze
keer hoeven jullie niet langer dan een half uur tijd vrij te houden voor het
lezen van mijn blog, want deze keer heb ik maar over een weekje te vertellen…
Vrijdag 22 – zondag 24 maart 2013 * Terug
naar de bewoonde wereld
Na
mijn laatste keer bij de Immigration Service, vertrok ik vrijdag na het ontbijt
met een bang hartje, stel dat ik nog eens zou mogen weerkeren… Het was weer een
hele rit van een drietal uur eer ik in Accra op mijn bestemming was. Gelukkig
vonden Anne en Iris het niet te erg om te wachten (zij mochten hun visum gaan
ophalen). Het mevrouwtje achter de balie (zelfde als vorige keer) was weer eens
niet al te vriendelijk, zij gaat duidelijk niet met plezier werken. Maar ze
heeft me deze keer wel geholpen zodat ik niet opnieuw moet terugkeren voor die
aanvraag/goedkeuring. Op het bewijs dat mijn paspoort bij de immigratiedienst
is had ze een verkeerde datum geschreven, eentje die al gepasseerd was. Toen ik
haar dat ging melden kon ze ineens wel lachen en maakte ze een grapje… Moest ze
zo van bij het begin geweest zijn, het zou voor iedereen aangenamer zijn. Het
is voor mij nu dus afwachten tot 17 april om mijn paspoort terug op te halen.
Ook Anne en Iris mogen nog eens terugkeren, ondanks dat er op het briefje stond
dat ze er mochten achtergaan, waren hun paspoorten nog niet klaar.
Toen
we buiten kwamen, was ons plan om eerst naar de “School for Social Work” te
gaan omdat ik eens wou kijken hoe zij het sociaal werk hier zien in
vergelijking met België. Maar aangezien ik geen internet had, had ik het adres
dus ook niet kunnen opzoeken, en de taxichauffeurs hadden duidelijk niet genoeg
informatie aan “tussen Osu en Labadi Beach”. Dan maar een trotro genomen
richting het strand om even te ontspannen van de afgelopen weken…
Tegen
16u trokken we naar Osu want Anne had een handtasje op maat laten maken en ik
wou nog wat stof kopen voor een kleedje dat mijn gastmoeder gaat maken. De stof
werd uiteindelijk in bij verkoopster n° 7 ofzo gevonden. En het handtasje van
Anne hebben we daar gelaten. Eerst was het niet klaar, hebben we zeker nog een
half uur gewacht, en uiteindelijk bleek het toch niet hetgeen ze
verwacht/gevraagd had.
Deze
keer gingen we niet in een ho(s)tel slapen, maar mochten we in het huis (of
beter gezegd, chique villa) waar Jappe (zie vorige blog, vorig weekendje weg)
woont logeren omdat we daar zaterdag een bbq gingen houden voor de vrouw des
huizes haar verjaardag (van enkele weken terug). Hij kwam ons oppikken aan de
Accra Mall, dus hielden we in Osu een taxi tegen om ons naar die plek te
brengen. Het was super druk in Accra, dus de taxirit duurde langer dan normaal.
Maar ik denk niet dat wij of de taxichauffeur dat erg vonden, ik denk zelf dat
de man één van de ritten van zijn leven heeft gehad… Toen we net in de taxi
zaten vroeg iemand van ons of de chauffeur geen muziek kon opzetten, maar
doordat zijn radio gestolen was, legde we zelf maar een plaatje op. De man
mocht zelf nog een verzoeknummertje kiezen. Toen hij zijn gevraagde Celine Dion
kreeg, begon hij vlijtig mee te zingen en was ik volgens hem een look-a-like…
Onze lachspieren waren ook goed getraind, en we hebben ons van die file niets
aangetrokken.
Jappe
stond ook onderweg aan te schuiven, dus moesten we even wachten. Dat wachten
werd opgevuld met shoppen! De winkel ‘Mr. Price’ kent voor Anne en Iris geen
geheimen meer (aangezien ze daar praktisch wekelijks te vinden zijn), maar voor
mij was het een eerste koop in de winkel: een paar sandalen rijker.
Na
het shoppen en de rit naar ons onderkomen voor het weekend, moesten we
natuurlijk iets eten… Ik keek al enkele weken uit naar een boterham met kaas,
wel hij smaakte mij vrijdagavond! Veel werd er ’s avonds niet meer gedaan, want
we zouden zaterdag vroeg opstaan om naar de Shai Hills te vertrekken.
Zaterdagochtend
liepen we om 6u al door de straten op zoek naar een taxi die ons naar het
trotrostation zou brengen. Daar aangekomen, in de juiste trotro wouden ze
ineens moeilijk doen omdat er iemand teveel in de trotro zat. Normaal gezien
stapelen ze de mensen bij wijze van spreken op elkaar, deze keer kon het ineens
niet om met 4 naast elkaar te zitten. Gelukkig deden de chauffeur en de “mate”
(geldverzamelaar in de trotro) niet moeilijk en bleef het enkel bij een paar
mopperende passagiers. Eenmaal aan het reservaat aangekomen werden we onthaald
door een hele groep aapjes die op straat en aan de ingang zaten. Volgens mij
waren we de eerste bezoekers van de dag, want het was heel rustig, en de mensen
van het onthaal waren nog niet aangekomen. Na een korte uitleg over de prijs
(ze deden gelukkig niet moeilijk over het studententarief ondanks enkel Anne
haar studentenkaart bij had) en de verschillende toertjes, hield onze gids van
de dag een taxi tegen want dat zou ons vervoersmiddel zijn doorheen het park.
Vooraleer we konden starten aan onze rit moesten we opnieuw het park uit, de
straat op en naar een andere ingang. De gids zag plots iemand met een dode
vogel in zijn hand lopen, dus moest de taxichauffeur even stoppen. Op zijn
“dooie” gemakje kwam de gids terug, met de vogel in zijn hand… We hadden dus
nog een passagier extra. De gids zei dat hij die vogel moest meenemen omdat die
in het museum terecht komt.
Na
een paar kilometer zagen we de eerste diertjes al in de verte lopen. (Meer dan
deze, de apen en struisvogels aan het onthaal, enkele koeien en de vleermuizen
in de grot, hebben we ook niet gezien die dag.) Wanneer we vroegen de auto even
te stoppen zodat er foto’s konden gemaakt worden, bleek er een probleem te
zijn. De batterij van de auto was naar de knoppen, en de taxi wou dus niet meer
starten. Voor ons het ideale moment om wat van de natuur te genieten en foto’s
te trekken. De gids en chauffeur gingen onmiddellijk aan de slag om de batterij
terug aan de praat te krijgen. Zonder resultaat, enkel een verzopen batterij
van het vele proberen. Terwijl de chauffeur zeker een half uur tot drie
kwartier heeft verder geprutst, zijn wij (te voet dan maar) naar een
vleermuizengrot gegaan. Wanneer we ook dat hadden gezien, wou de taxi nog niet
starten, dus zijn we maar verder gewandeld naar één van de hills in het park
waar we een prachtig uitzicht hadden. Terwijl wij genoten van het zicht, was er
een andere taxi onderweg waardoor we dus nog redelijk snel terug bij de
receptie stonden.
Op
de terugweg naar het trotrostation stonden we weer eens in de file. De mevrouw
naast mij zei ons dat we moesten uitstappen en dat ze mee ging zorgen voor een
taxi. Wanneer die gevonden was begon ze goed te onderhandelen met de man
(handig als iemand dat voor jou in het Twi doet). In plaats van dat de
taxichauffeur ons de weg wees, hebben we hem zelf moeten vertellen hoe hij
moest rijden… Omgekeerde wereld als je’t mij vraagt!
Aangekomen
bij onze riante villa werden we ontvangen door de DJ van dienst en de man des
huizes. Tussen het liedjes raden, Nederlandse meezingers aanhoren (die ze
allemaal luidkeels meezongen) werd de bbq van ’s avonds natuurlijk voorbereid:
hamburgers kneden, saté’s maken, sausjes prepareren, groentjes snijden… Een
rustige zaterdagnamiddag dus! Tegen de avond kwamen de gasten toe: een paar
Nederlanders, een Griek, een Amerikaan en een Duitser (of Oostenrijker ofzo)
die allemaal in Ghana werken. Natuurlijk werd ik, als enige Belg in het
gezelschap, onder de Nederlanders een beetje geplaagd. Ik werd telkens aan hen
voorgesteld als “Sandra, een Belgische, maar ze kan er ook niet aan doen”. Het
was een zeer gezellige avond, en dat is hetgeen telt…
Zondag
was een luie dag: wat uitslapen, wat op terras zitten, precies een
vakantiegevoel! Na de middag heeft Jappe ons dan weggevoerd tot aan de Shoprite
(in Kasoa) zodat we eerst nog wat boodschappen konden doen vooraleer we de
trotro naar huis namen. Tegen 18u was ik dan terug in het dorp waar ik weer met
open armen werd ontvangen door iedereen. Heerlijk thuiskomen!
Maandag 25 – Vrijdag 29 maart 2013 *
Laatste weekje voor de rondreis
Maandagochtend
kreeg ik te horen dat de scholen nog steeds dicht waren wegens de “strike”, dus
ik moest weer eens iets anders zien te vinden om te doen. In de voormiddag heb
ik wat kunsteducatieve sessies voorbereid, in de namiddag wat geslapen (want
het weekend was toch wel vermoeiend!) en niets meer.
Ook
dinsdagochtend zaten zo goed als alle kinderen gewoon thuis, dus nog steeds
geen school… Toen ik bij het huis op de top aankwam stonden mijn gastvader,
Kofi (een neef) en enkele vrienden van Kofi klaar om naar de farm te gaan. Na
mijn ontbijt zijn we bij Assambleman’s ouders het eten gaan klaarmaken om
nadien naar de mannen op de farm te brengen. Ze waren al sinds ’s ochtends aan
het wieden, en ook Sister Mama en Alice begonnen te helpen. Ik was het zitten
beu en wou helpen, maar mocht voor de verandering weer niet. Het zou te stoffig
geweest zijn voor mij… Hopen op een volgende keer dan. De jongens waren het
wieden een beetje beu, want ze zaten of lagen allemaal wat te rusten. Ik werd
natuurlijk door hen geplaagd zoals wel vaker gebeurd bij zo’n bende. “Obruni, I
love you, do you love me?!”, “Will you be my friend, obruni?” Zinnetjes als die
zijn bijna dagelijkse kost geworden. Met een “Yes yes” of eens lachen zijn ze
vaak al tevreden, ook Kofi en zijn vrienden. Toen de regenwolken tegen 14u
dreigden in de buurt te komen zijn we terug naar huis gegaan, waar niet veel
meer gedaan werd.
Woensdagochtend,
op weg naar mijn ontbijt, zag ik vele kinderen terug in hun gewone kleren, weer
geen school dus weer geen kunsteducatieve sessies geven… Ook de health workers
hadden deze week geen zin, want toen ik hen contacteerden zeiden ze dat het tot
volgende week was… Nu ja, tot binnen een paar weken aangezien ik de volgende
twee weken ga reizen! Dan maar mee met Sister Mama en Alice naar de kapper…
Sister Mama is voor een nieuwe look gegaan: eigen haar eerst op hoofd
invlechten om nadien nephaar te laten aanhangen (beetje het model van mijn
kapsel). Ik vond het interessant om te zien hoe ze dat doen.
Wegens
Witte Donderdag en Goede Vrijdag werkten de health workers niet.
Donderdagnamiddag besloten Sister Mama en Alice naar de farm te gaan om nog wat
te wieden. Ik kreeg de keuze: ofwel blijven zitten bij de ouders van
Assambleman, ofwel mee gaan wieden. Mijn keuze was snel gemaakt: mee naar de
farm! Voor we gingen, nog even vlug bij Anita’s oma een “harkje” voor mij gaan
halen om te wieden. En natuurlijk waren ze allemaal verbaasd toen ze hoorden
dat ik ging gaan wieden “Kan jij dat dan?”. Sister Mama en Alice gingen hun nog
omkleden, en het was uiteindelijk al 14u30 wanneer we vertrokken. We gingen
onmiddellijk aan de slag. Beter gezegd: ik ging onmiddellijk aan de slag en zij
keken toe hoe ik het deed. Toen ze zagen dat ik het toch kon gingen zij ook
wieden. Bij hun gaat het natuurlijk sneller, maar ja, ze zijn het dan ook
gewoon. De zon scheen nog heel hard, het zweet druppelde binnen de kortste
keren van mijn lichaam en na een uurtje wieden voelde ik het al in mijn
onderrug. Ik zag dat ik ook al 3 blaren had op mijn rechterhand. ‘Obruni’ ging
ook eens wieden hoor, tssss… Ik vond dat ik een rustpauze had verdiend dus ging
me even op kant zetten. Na mijn rustpauze ging het niet meer zo vlot: mijn
onderrug deed pijn en ik kon nog moeilijk mijn hark vasthouden door de blaren.
Ik heb dus niet lang meer doorgedaan, en ook Alice zei dat ik maar moest
stoppen. Mijn twee compagnons hebben verder gewied tot de zon al stilletjes
begon weg te trekken. Ik voelde mij zo vuil door al het stof dat een
emmerdouche echt welkom was.
Vrijdagochtend
stond ik op met toch wel wat zenuwen: morgen zou ik eindelijk Nicky, Gil, Bart
en Lien nog eens terugzien, spannend! ’s Ochtends heb ik eerst nog een
handwasje gedaan zodat al mijn kleren gewassen waren voor de rondreis. In de
namiddag dan mijn zak beginnen maken. Al snel zat hij boordevol… Pas
zaterdagochtend heb ik er wat spullen uitgedaan omdat ik vond dat hij toch te
vol zat en veel te zwaar woog.
Ik
had gezegd dat ik zaterdag rond 10u wou vertrekken in het dorp, maar zoals ik
had gedacht ging dat wel iets later worden. Alice was toen ik aan het ontbijten
was vertrokken naar Bawjiase en ze zei dat ze terug ging zijn voor ik vertrok.
Het was al 10u gepasseerd toen ze aankwam. Toen zei ze dat ze naar de weg
gingen om wat op te halen en vroeg of ik mee wou. Ik dacht dat het niet ver
was, dus ging maar mee… Het bleek toch een eindje stappen en daar ter plekke
bleven ze natuurlijk rustig babbelen. Het was na 11u vooraleer we terug in het
dorp waren. Alles was nog niet volledig ingepakt naar mijn zin, dus ging ik
mijn zak nog wat herschikken. Wanneer ik nadien terugkeerde naar het huis zei
Alice “We zijn nu aan het eten bezig, je blijft toch nog mee-eten?”. Mijn
geplande vertrek werd dus verlaat met een drietal uur…
Meer
over de eerste dagen met de vriendjes krijgen jullie binnen een paar dagen.
Tot
zeer snel!
x